BRZO en ARIE

Achtergrond BRZO en ARIE wetgeving

Het BRZO is wetgeving op gebied van externe veiligheid en is van toepassing voor bedrijven met gevaarlijke stoffen, in hoeveelheden boven de vastgestelde drempelwaarden, genoemd in het BRZO. De Arie-regeling is wetgeving op gebied van arbeidsveiligheid en is van toepassing op bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken maar die niet onder het BRZO vallen.

Als er sprake is van risico’s voor mensen en milieu binnen en buiten het bedrijf dan is het Besluit risico’s zware ongevallen 2015 (Brzo 2015) van toepassing.

Als het risico voor mens en milieu beperkt is tot binnen het terrein dan is de ARIE wetgeving van toepassing en dient er een Aanvullende risico-inventarisatie en –evaluatie (Arie) uitgevoerd te worden.

Werkgevers moeten zelf nagaan of het BRZO of de ARIE-regeling op hen van toepassing is. Dit kan met behulp van grenswaarden. Valt een bedrijf onder het BRZO of de ARIE-regeling, dan moet hiervan een melding worden gedaan bij de instantie die de milieuvergunning afgeeft (WABO bevoegd gezag) of de Inspectie SZW (ARIE).

                      SRCM kan voor u een ARIE / BRZO quickscan uitvoeren.

      Vervolgens kan op alle onderdelen ondersteuning verzorgd worden!

 

1) BRZO Bedrijven:

Indien bij uw bedrijf gevaarlijke stoffen in hoeveelheden boven de lage drempelwaarde aanwezig mogen zijn (op basis van de wet milieubeheer vergunning), gelden op basis van het BRZO de volgende basisverplichtingen:

  • Kennisgeving aan het bevoegd gezag:
    Hierin worden gegevens over het bedrijf, het proces en de aard en hoeveelheid van de vergunde gevaarlijke stoffen beschreven. In de kennisgeving wordt aangegeven of het bedrijf de lage drempelwaarde of hoge drempelwaarde in het BRZO overschrijdt.
  • Preventiebeleid zware ongevallen (PBZO):
  • Hierin worden o.a. de algemene doelstellingen en uitgangspunten van het bedrijf met betrekking tot preventie van zware ongevallen, het beleid ten aanzien van verbetermaatregelen en de door het bedrijf toegepaste risico-beoordelingsmethodiek vastgelegd.
  • Veiligheidsbeheersysteem (VBS):
    Het Veiligheidsbeheerssysteem bevat o.a. procedures met betrekking tot “Communicatie”, “Identificatie van gevaren en beoordeling van risico’s”, “Beheersen van wijzigingen”, “Toezicht op de veilige uitvoering van de werkzaamheden”, “Werkvergunningen”, “Audits” en “Directiebeoordeling”.
  • Interne noodplan:
    Het noodplan geeft een beschrijving van de BHV-organisatie, de beschikbare middelen bij calamiteiten, specifieke taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en communicatie tijdens calamiteiten, etc.
  • Actuele stoffenlijst per installatie, voor hulpdiensten.
  • Maatregelen (preventief en repressief).

2) BRZO Bedrijven, die VR-plichtig zijn:

Indien bij uw bedrijf gevaarlijke stoffen in hoeveelheden boven de hoge drempelwaarde aanwezig mogen zijn gelden, naast bovenstaande, de volgende aanvullende verplichtingen:

  • Noodplan:
    Hoogdrempelige BRZO bedrijven zijn niet alleen verplicht een intern noodplan op te stellen maar ook om dit te oefenen en te actualiseren op basis van de VBS verplichtingen. Dit is vastgelegd in artikel 22 van het BRZO.
  • Veiligheidsrapport (VR):
    Hoogdrempelige BRZO bedrijven moeten beschikken over een actueel Veiligheidsrapport (VR). Het VR dient minimaal eens per 5 jaar herzien te worden en dient na aanpassing ingediend te worden bij het bevoegd gezag.

3) Aanvullende Risico Inventarisatie en Evaluatie (ARI&E)

Op het gebied van arbeidsveiligheid bestaat naast de verplichting om over een actuele RI&E te beschikken, ook de zogenaamde ARIE-regeling, die is opgenomen in het Arbobesluit. De ARIE-regeling is feitelijk een Aanvullende Risico-Inventarisatie en -Evaluatie met betrekking tot de risico’s van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen en kent vergelijkbare verplichtingen als het BRZO.